De brand bij Dumeco in de vroege ochtend van 25 maart j.l. heeft weer eens aangetoond hoe riskant het is onder de rook van een groot industrieterrein te wonen. Het is deze keer goed afgelopen, maar wat staat ons een volgende keer te wachten?

Volgens burgemeester Jan van Homelen is Boxtel aan een catastrofe ontsnapt. Het was realistischer geweest als hij had gezegd dat Lennisheuvel aan een catastrofe is ontsnapt. Als de ammoniaktanks op het terrein van Dumeco waren geëxplodeerd had Lennisheuvel de volle laag gekregen. Voor Boxtel zat de wind toevallig in de goede hoek. Gelukkig voor Lennisheuvel is het allemaal goed afgelopen. Maar wie zegt dat we er een volgende keer ook zo genadig van afkomen? Wie weet wat er op Ladonk allemaal ligt opgeslagen. In de laboratoria van Akzo wordt gewerkt met radioactieve stoffen. Stel je voor dat dáár een grote brand uitbreekt. Zou de controle op naleving van milieuvergunningen in Boxtel beter zijn dan in Enschede en Volendam?

Een ongeluk zit in een klein hoekje. Lennisheuvel was nauwelijks van de schrik bekomen toen op paaszaterdag het licht uitviel. Brand op het industrieterrein in een verdeeldeelstation van Essent. Notabene pal tegen het benzinestation van Looymans aangebouwd. Het liep gelukkig wéér goed af. Maar dat het een keer goed fout gaat daar kun je gif op innemen.

Lennisheuvel leeft al jaren in de schaduw van een 100 ha groot industrieterrein. Laten we het daar in godsnaam bij houden. Waar is het voor nodig om Lennisheuvel op te zadelen met nóg meer industrieterrein? Straks moeten we niet alleen rekening houden met een ramp die Lennisheuvel vanuit het noorden bedreigt, maar ook nog met rampen uit het oosten. We hebben in de veehouderij de gruwelijke consequenties gezien van een mentaliteit die het welzijn van mens en dier ondergeschikt maakt aan financieel gewin. Laten we hopen dat de veiligheid en het welzijn van 350 gezinnen in Lennisheuvel hoger wordt aangeslagen dan de winst die projectontwikkelaars op potentiële industriegrond in de Vorst hopen te maken.

Terug